Wapenontwikkeling

In de Eerste Wereldoorlog werd er heel veel geëxpirimenteerd met nieuwe wapens zoals de handgranaat, de tank, de vlammenwerper, het vliegtuig en de mittraileur. Hieronder kun je alles vinden over de wapenontwikkeling in de Eerste Wereldoorlog.

De vlammenwerper

Het machinegeweer

Het vliegtuig

De tank

 

 


 

 

De vlammenwerper

 

De Berlijnse uitvinder Richards Fiedler, bedacht een toestel dat brandend vloeistof spoot. Met het geld van het Duitse leger. Het leger begon in 1905 experimenten uit te voeren. In 1915 oktober werden de vlammenwerpers als eerst ingezet, maar dat was een teleurstelling. Op 28 februari 1915 viel de eerste vlammenwerper eenheid Franse loopgraven aan.   De troepen hadden 12 kleinen  en 2 grote vlammenwerpers. Deze keer waren ze zeer effectief. Er werden meer eenheden opgericht en tot het einde van de oorlog werden deze vlammenwerpers verder ontwikkelt. Deze wapens gebruikte samengeperste  lucht ,koolzuurgas of stikstof om olie uit te spuwen. Die olie werd aangestoken op het moment dat de olie het apparaat verliet. De eerste modellen hadden een bereik van 25 meter. Later tot 40 meter. Het probleem was ze waren moeilijk te verplaatsen en hadden maar een brandtijd van 40 seconden. Het voordeel was als het gebruikt werd tegen een loopgraaf bleef de loop graaf intact zodat de vijand de loopgraaf ook kan gebruiken. In tegenstelling van een granaat.

Duitse militair met een vlammenwerper.

 

 

Het machinegeweer/mitrailleur

 

Machinegeweren werden gebruikt om vanaf verre afstand de vijand te raken. Het machinegeweer was een nieuw wapen in de Eerste Wereldoorlog. De machinegeweren konden niet  mee op pad,  omdat ze tussen de 10 en 30 kilogram wogen. De geweren konden tussen 450 en 600 kogels per minuut afschieten. Daarom werd dit wapen in loopgraven neergezet. De wapens waren doeltreffend voor het verdedigen voor loopgraven. Er zijn miljoenen mensen gedood met machinegeweren. De geweren konden steeds vaker per minuut schieten. En ze werden steeds lichter en meer geproduceerd.

Het vliegtuig

 

In het begin van de Eerste Wereldoorlog was de luchtvaart nog heel slecht. Pas aan het eind van de oorlog was en redelijk vliegtuig ontwikkelt. De eerste dagen van de oorlog waren de vliegtuigen alleen geschikt voor het verkennen van vijandelijk gebied. Nog voor het einde van de oorlog waren de vliegtuigen geschikt als verkennen, bombarderen en jagen. Na 4 jaar ontwikkelen in de oorlog hadden de vliegtuigen een zeer belangrijke rol ingenomen. De eerste bewapening bestond uit gewone handwapens en de bommen werden met de hand van boord gegooid. Toen de bewapening zwaarder werd. Werd er naar een oplossing gezocht. 1 daarvan was de scarffring, dat was iets waar een machinegeweer op kon staan. Zo kon de schutter het machinegeweer 180 graden draaien en daardoor zelfs boven het toestel schieten. Daarna werd de machine geweer voor de propeller neer gezet. Het geweer schoot dan soms tegen de propeller aan, daarom werd er afketsend metaal op de propeller gezet en daarna een systeem dat zorgde dat ze niet tegen de propeller aanschoten. De kleding die ze droegen in het vliegtuig waren leren jassen, schapenbont gevoerde laarzen en handschoenen tegen de kou.

Bommen worden met de hand van boord gegooid.

 

 

De tank

In het begin

In de Krimoorlog, voor de Eerste Wereldoorlog werden er tractoren met rupsbanden gebruikt. Ze waren niet erg doeltreffend, want ze waren duur en moeilijk te maken. In het begin van de Eerste Wereldoorlog rukten de troepen nog snel op, maar de troepen liepen al snel vast in groeven zich in. De pantserwagens die er toen waren, waren in die oorlogstechniek uiterst onhandig. Alle partijen zochten naar oplossingen hiervoor: voertuigen die over de loopgraven heen konden rijden. Daarom werd de pantserwagen daartoe doorontwikkeld.

Een tractor uit de krimoorlog

De Duitse motorgeschütz.

De Motorgeschütz

De talloze ontwerpen

De voorloper van de rupsband, in 1770 uitgevonden door Richard Edgeworth, bleek goed te werken op ruw terrein. Daarom werden er veel ideeën mee bedacht zoals de ‘Canon Autopropulseur van Ene Levasseur, een Franse kapitien en de Duits-Oostenrijks motorgeschütz die is bedacht door een Oostenrijkse geniecommedant genaamd Günther Burstyn, maar al deze ontwerpen werden geweigerd door het leger en werden niet verder geproduceerd. In Groot-Brittanië was er ook iemand hard bezig. Dunlop Swinton bouwde holt-tractors om tot tanks. Helaas werd zijn idee ook afgekeurd door het leger, maar de toenmalige minister van de marine, Winston Churchill had wel interesse. Hij noemde Swinton’s idee ‘landships’.

Het landship comité

Onder leiding van Churchill ging swinton verder met ontwerpen. Zo bedacht hij bijvoorbeeld het idee om een onderzeeër door midden te zagen en er rupsbanden onder te zetten. Helaas wekten zulke ontwerpen ook geen indruk op bij het leger. Toen Churchill vertrokken was als minister van marine, besefte het leger pas het nut van de ontwerpen. De marine ging aan de slag met de ontwerpen: ze werden goed bestudeerd en daarna verbeterd. Later werd dit het project van het Britse War Office, die er mensen op zetten die al bekend waren met dit soort voertuigen. Zo ontstond de eerste tank, hij werd de Little Willie genoemd.

De eerste tank is geboren

De echte naam van de Little Willie was de No.I Lincoln Machine. Het leek op een stalen doos op rupsbanden. Er was nog wel een probleem, want de verhouding tussen lengte en hoogte was niet goed en daarom werd de tank onstabiel als het over een loop graaf heen reed. Het project was dus nog steeds niet helemaal geslaagd... Luitenant Walter Gordon Wilson kwam op het idee om de rupsbanden om de hele tank te spannen. Zo kon de tank niet in de loopgraaf vallen. De Mark I (Big Willie) was geboren. Het duurde nog vrij lang voordat de Mark I in productie ging (11 maanden), maar dan heb je ook wat. De eerste tank.

Het systeem waarom een Mark I (bijgenaamd Mother in engeland) niet om kon vallen in een loopgraaf.

De eerste inzet

Op 15 september 1916 werd de Mark I voor het eerst ingezet bij de slag om Flers. De tank moest eigenlijk nog niet ingezet worden. De Duitsers ontwikkelden snel het eerste anti-tank wapen: de Mauser 12:8 mm . Door dat de Mark I dunne bepantsering had waren ze makkelijk om uit te schakelen. In 1916 kwam er een betere versie bij het leger. Het heette de Mark IV. Deze had een klimvermogen van 47 graden helling.

Andere tanks

ook Duitsland had tanks. Een paar van die tanks was de A7V en de Leichter kampfwagen. Ook de Fransen hadden tanks. De Renault FT-17 wordt zelfs beschouwd als de eerste moderne tank door de 360 graden draaibare geschutskoepel. Ook de volgende oorlogen hebben nog altijd invloed op moderne tanks.

Was deze website interessant?

Maak jouw eigen website met JouwWeb